vrijdag 2 mei 2014

Vrijheid geef je door


Vrijheid is een onderwerp dat erg belangrijk is voor de gehele Nederlandse samenleving. Al sinds de eerste grondwet van 1814 staat vastgelegd dat eenieder vrij is zijn eigen godsdienst te belijden en zijn eigen mening te verkondigen. In de jaren daarna zijn er alleen maar meer en sterkere vrijheden en rechten voor burgers bij gekomen. Zo kennen we tegenwoordig naast de (vrijheids)rechten in de grondwet ook het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, het Internationaal Verdrag inzage Burgerrechten en Politieke Rechten en vele anderen.


Naar mijn mening gaat vrijheid vooral over vrij te zijn wie je bent en de mogelijkheid dit te uiten aan de samenleving. Het beste voorbeeld vind je bij de oorsprong van de 4 en 5 mei vieringen: de Tweede Wereldoorlog. In deze oorlog waren er verschillende bevolkingsgroepen die niet vrij waren om te zijn wie ze waren. Allereerst te denken aan Joden, maar ook Jehova’s getuigen, zigeuners, homoseksuelen en gehandicapten werden vervolgd. Voor al deze mensen was de reden van vervolging iets waar zij niets aan konden doen – ervan uitgaande dat Jood of Jehova’s getuige net als zigeuner (Roma, Sinti) een afkomstkenmerk is; iets wat je meekrijgt van je ouders.


Nog steeds is vrijheid een zeer actueel onderwerp, zowel in positieve als negatieve zin. Denk aan de vrijheid van meningsuiting, maar ook de beperkingen en grenzen daaraan. Denk aan de vrijheid van homoseksuelen om te kunnen trouwen en sinds 1 april de vergrote vrijheid voor twee vrouwen om samen wettelijk moeder te kunnen zijn van hun kind, maar ook de vele incidenten van geweld tegen homoseksuelen en transgenders, soms zelfs met blijvend letsel tot gevolg. Denk aan de verhalen van racisme waarin mensen worden beoordeeld om hun uiterlijk en afkomst en daarom anders behandeld worden.

Het onlangs door de BNN opnieuw uitgezonden Grote Racisme Experiment drukt ons allemaal weer eens met de neus op de feiten. Wat het experiment laat zien is dat racisme niet iets is wat iedereen van nature doet, maar dat het iets is wat mensen wordt aangeleerd. Racisme en discriminatie, de beperking van andermans vrijheden te zijn wie hij of zij is, zijn dingen die mensen aangeleerd krijgen van hun omgeving. Dat kunnen ouders zijn, maar ook vrienden, een geloofsgemeenschap of scholen. Het zijn allemaal instituties die individuelen beïnvloeden in hun doen en laten en dus ook de mate waarin men doet aan discriminatie naar andere mensen, of mensen die ‘anders’ zijn.

Als het aangeleerd is dat je anderen niet de vrijheid gunt te zijn wie ze zijn, dan is de logische beredenering dat het omgekeerde ook mogelijk is: het afleren van deze beperking van andermans vrijheden; het aanleren van vrijheid en respect voor jezelf en voor anderen. Als iedereen nu eens zou stoppen met te zeggen dat bepaalde groepen mensen minderwaardig, slechter, dommer, zondig of pervers zijn, dan zou de wereld er zoveel mooier uit zien. Je hoeft het niet altijd eens te zijn met de levenswijze van een ander, maar zolang je er geen last van hebt, kun je wel respect hebben voor de ander als mens en persoon zoals zij ook respect hebben voor jou. Hierin kun je ook anderen stimuleren, want vrijheid geef je door.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten