Helaas was het alweer een tijdje terug dat ik nog zelf
voorlichting had gegeven, maar afgelopen dinsdag was het weer een keer zo ver.
We gingen met z'n drieën gezellig naar een school in Beilen, waar wij
voorlichting zouden geven aan de 2e klassen vmbo. Het team van de dag bestond
uit Wilfred, een homoseksuele oud-voorlichter die mij nog graag eens waar
mogelijk ondersteunt met het invullen van voorlichtingen; Silke, een transvrouw
die voor de tweede keer mee ging om voor te lichten; en natuurlijk ikzelf.
De eerste klas waar we waren, was een redelijk grote groep.
Ik begon de voorlichting zoals ik altijd begin: eerst een opwarmertje met de
introductie van het onderwerp Seksuele Diversiteit – in deze context verstaan
wij daaronder voor het gemak ‘slechts’ homoseksualiteit, biseksualiteit en
transgender, maar natuurlijk horen heteroseksualiteit en alle andere variaties
daar ook bij. Daarna stel ik mezelf voor en vraag mijn teamgenoten zichzelf te
introduceren. Als laatste onderdeel van de introductie doen we een rondje door
de klas en vraag ik iedereen om zijn naam en of ze iets kunnen noemen waaraan
zij denken bij Seksuele Diversiteit. Tijdens dit onderdeel kun je pas echt de dynamiek
in de klas voelen.
Tot mijn verbazing bleken de leerlingen in deze grote klas geweldig
op elkaar ingespeeld en een super gezellige groep – zij het dat ze een
tikkeltje druk waren. De leerlingen luisterden goed naar wat iedereen te zeggen
had en reageerde fijn op elkaar. Ook tijdens de voorlichting was één woord
genoeg om de rust in de klas te doen wederkeren en ervoor te zorgen dat
iedereen weer naar elkaar luisterde.
Op een gegeven moment werd het onderwerp Transseksualiteit aangesneden. Uiteraard vroeg ik of Silke misschien dit deel van de voorlichting
wilde ‘leiden’. En dat deed ze met verve. Om te proberen uit te leggen hoe
transseksualiteit ‘werkt’ tekende ze een poppetje op het bord. “Iedereen weet
wel wat ‘geslacht’ betekent, denk ik,” begon Silke haar uitleg. De klas liet merken
dat dit zeker wel het geval was. “Je geslacht,” vervolgde Silke, “zit tussen je
benen.” Terwijl Silke een met een cirkel het kruis van het poppetje accentueert
en er ‘geslacht’ bij zet, begint de klas te lachen. “Maar weten jullie ook wat
het woord ‘gender’ betekent?” vraagt Silke. Er volgt een enkele poging uit de
groep, maar Silke is niet tevreden. “‘Gender’ is hoe je je geslacht van binnen
ervaart, hoe je geslacht van binnen voelt, dat zit in je hoofd.” Langzaam zie
je dat de leerlingen het begrijpen. Voor de volledigheid vervolgt Silke haar verhaal.
“Dan heb je nog wat we ‘seksuele geaardheid’ noemen, of makkelijker gezegd: ‘liefde’.
Hiermee bedoelen we op wie je verliefd wordt. Dat zit in je hart.
“Nu kan het soms zijn dat je ‘gender’, dus wat je voelt,
niet hetzelfde is als je ‘geslacht’. Als dat zo is, dan zeggen we dat iemand ‘transseksueel’
is.” Nadat we ook hebben uitgelegd dat deze drie onderdelen, namelijk ‘gender’,
‘geslacht’ en ‘liefde’ bijna oneindig kunnen variëren, steekt een jongen zijn
vinger op:
“Wat is dit super interessant zeg! Dat leer je bij biologie nou nooit!”
–
Anonieme jongen, 2 vmbo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten